Berichten

Nieuwe leiders: her-inneren met je hart

Nieuw leiderschap

Paul Blot inspireert tot nieuw persoonlijk leiderschap door te oefenen in veerkracht. Zijn manier van herinneren als basis voor dankbaarheid, voor geluk. Veerkracht helpt bij het om gaan met onzekerheid en verstoringen. Veerkracht helpt bij voeren van regie in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.

Inzetten op empowerment, samenwerking en verbinding

Organisaties die voorbereid zijn op de toekomst zijn in hoge mate regeneratief, zij zijn daarbij adaptief, en baseren zich op verbinding en relatienetwerken. Het succes van de organisatie wordt bepaald door elk lid en omgekeerd. Deze organisaties gedijen doordat ze verbinding en gemeenschappelijkheid aanmoedigen.

Dit vraagt om een andere, positieve manier van kijken, dat kost tijd, dat spreekt voor zich. Paul Blot begrijpt dit. Een nieuwe mindset en een positieve vorm van (persoonlijk) leiderschap is hiervoor onontbeerlijk.

Eigenaarschap is de basis voor samensturing

Zelf keuzes maken

Zelfsturing, zelforganisatie, samenorganisatie, het zijn populaire begrippen die vooral in de zorg gebezigd worden. De woordkeuze sluit aan bij beelden over gewenst type medewerkers, over zelf keuzes maken, doen wat nodig is, wat goed is voor de cliënt. Werken vanuit de ‘bedoeling’. Is deze ontwikkeling ingegeven door bezuinigingen? Deels zeker, maar het komt ook voort uit het Rijnlandse gedachtegoed dat na een periode van Angelsaksisch denken weer nadrukkelijker aanwezig is in onze samenleving. 

Er is een paradigmashift nodig om te komen tot cliëntgeoriënteerd werken. Of dat nu in de zorg, de overheid, het onderwijs of anderszins is. Leiderschap in de zorg betekent op dit moment inspelen op paradoxale ontwikkelingen want organisaties moeten continuïteit bieden met minder geld en tegelijkertijd moeten zij zich voorbereiden op een geheel nieuwe periode waarin zelfsturing, duurzaamheid en menselijke waardigheid kernwoorden zijn. Deze verandering vraagt om andersoortige inzet en reflectie van professionals én management die zich hiervoor in mindere mate voelen toegerust. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat het uit handen nemen van het organiseerproces meer dan een eeuw de norm was. Voor de genoemde paradigmashift is motivatie, flexibiliteit en creativiteit nodig. Het is een gezamenlijk proces van vooruitzien, nadenken en handelen tussen cliënten en medewerkers, tussen professionals onderling en tussen de professional, het management en de ondersteuning. Het gaat om verbinding tussen wij en zij, tussen bovenstroom en onderstroom. 

Niet alleen tussen management en professionals is er vaak sprake van topdown communicatie, ook in het contact met de cliënt (en familie) ontbreekt vaak de dialoog. Het is dus zaak om een gezamenlijk beeld te creëren hoe de dialoog aan te gaan, hoe deze te bereiken met respect voor ingesleten patronen en oude denkbeelden. Deze hebben dienst gedaan, al dan niet bewezen. Erkenning van de toegevoegde waarde en de bijdrage van deze werelden is nodig om ruimte te maken voor nieuwe denkbeelden.
Het is niet eenvoudig deze transformatie vorm te geven want zelforganisatie bevorderen is lastig. We raken makkelijk de weg kwijt in aannames en /of ideeën hierover, over passend leiderschap, teamontwikkeling en vastgeroeste patronen. Daarom is het van belang te definiëren wat je onder zelforganisatie verstaat. Het vraagt om het verkennen van elkaars taal, van beelden in de hoofden en harten van alle betrokkenen: cliënten, professionals, management en bestuurders. Met dit gezamenlijke nieuwe beeld is met de cliënt en met teams een organisatie vanuit de dialoog te bouwen. 

Zelfsturing, zelforganisatie, samenorganisatie is niet dé oplossing. Wel draagt het bij aan betere, dicht bij de cliënt staande zorg waarbij intuïtie, kennis en kunde van professionals nadrukkelijk benut worden. En niet onbelangrijk: het draagt het bij aan ‘eigenaarschap’ van professionals en aan werken op basis van ‘gezond verstand’. Leiderschap met hoofd, hart én handen.